Binnen de grenzen van de voormalige Verenigde Staten heeft een christelijke beweging de macht gegrepen. In deze nieuwe Republiek Gilead dient eenieder naar de letter van het Oude Testament te leven. Vanfred, de vertelster, behoort tot de nieuwe klasse der ‘Dienstmaagden’ die slechts 1 doel heeft: zich voort te planten. Alleen ’s nachts in haar sobere kamer is ze vrij om zich over te geven aan haar illegale herinneringen: het lezen van boeken, haar eigen naam, het nu irrelevant geworden begrip ‘liefde’.
Het boek sprak mij in eerste instantie aan, het leek mij een behoorlijk intrigerend verhaal. Ook heb ik de serie gevolgd, dus het verhaal van de dienstmaagd kende ik al. Misschien ben ik daardoor ook wat bevooroordeeld, omdat ik juist de serie al heb gezien. Deze vond ik met momenten erg langdradig. Zo vind ik dit ook met het boek het geval. Het boek begint met een lange inleiding van Margaret Atwood. Hierin legt ze uit hoe je het boek moet lezen , en op welke manier je naar het verhaal kan kijken. Ik denk dat dit verstandig is geweest om aan het boek toe te voegen. De inleiding geeft mijn inziens echt wel meerwaarde aan het boek. Het boek zelf vond ik erg tegen vallen en ik kwam er met moeite doorheen. Ik vind het zo gezegd erg taaie kost. Regelmatig maakt Atwood tijdsprongen in het verhaal die ik niet meteen kon plaatsen. De structuur die op deze manier van het boek is gemaakt, zorgde er voor dat ik sommige bladzijden meerdere keren moest lezen voordat ik het begreep. Maar ik moet toegeven het blijft een intrigerend verhaal , met een angstig perspectief op een eventueel toekomstbeeld. Dus als je de taaie kost kunt waarderen raad ik hem aan. Zelf ben ik erg blij dat ik dit boek door ben gekomen en hem uit heb gelezen.